Boris ging zijn eigen gang. Lange tijd woonde hij in een oude 1-kamerwoning, die jaren op de nominatie stond om gesloopt te worden. De entree van het gebouw was deprimerend, vies, donker en muf. Boris voelde de depressieve energie, die ervan uit ging. Het sloeg hem lam en maakte dat hij zo min mogelijk tijd in zijn eigen kamer doorbracht.

Gelukkig had hij werk, waar hij vijf dagen van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat naar toe kon.  De avonden bracht hij het liefst bij vrienden door. Toch was Boris een eenling, sommigen zouden hem misschien zelfs als zonderling bestempelen.  Hij droeg zwarte legerkistjes, een vale spijkerbroek en zijn eeuwige leren jack met patches erop gestikt. Eronder steevast een zwart t-shit van een hardrockband. Zijn lange haar, vele tatoeages en zwarte muts maakten zijn uitstraling compleet. Hij gaf een signaal af dat er met hem niet viel te spotten. “Loop maar met een grote boog om mij heen”, zo leek hij te zeggen met zijn uiterlijk. Ergens geloof ik dat hij het expres deed om mensen op een afstandje te houden. Hij creëerde een beeld van zichzelf door zijn kleding en looks.

Dat beeld paste bij hem; hij hield niet van bemoeienis. In zijn jeugd was hij tegen veel onbegrip aangelopen. Hulpverleners en mensen in zijn omgeving vonden dat hij problemen had. Zij zagen dat hij zich anders ontwikkelde als andere kinderen en dat hij vaak niet paste in het plaatje. Dat klopte ook wel. Boris was anders als andere kinderen en vroeg andere dingen. Het leverde veel strijd op, maar hij ging zijn eigen weg en bleef kiezen voor zijn eigen pad.

Uiteindelijk, na de gebruikelijke diagnosticering,  een traumatische uithuisplaatsing, observaties en heel veel ruzies ging hij uit huis. Nog wat jong, vreselijk boos en teleurgesteld, maar vooral overtuigd dat hij het zelf wilde doen.  Hij had een plek nodig om te wonen en dat bleek nog niet zo eenvoudig. Eerst sliep hij een tijdje in een anti kraakpand. Het was er vies, oud en nauwelijks bewoonbaar.  Met zijn zeventien jaar en zijn eigenwijze instelling was hij zeer kwetsbaar voor criminaliteit en drugs. Gelukkig bleven zijn familie en vrienden als een vangnet functioneren en werd het wijkteam ingeschakeld voor hulp.

Boris stond zeer kritisch tegenover hulpverlening, maar wilde wel heel graag een betere woonplek. Toen kwam die piepkleine, donkere kamer beschikbaar voor hem. Hij kon daar wonen in combinatie met coaching vanuit een zorgorganisatie. Alles beter dan op straat en wie weet was het een eerste stap naar een echte, eigen woning. Boris ging akkoord, maar voelde zich er vanaf de eerste dag slecht op zijn gemak. Hij blowde regelmatig de druk wat van de ketel.  Hij snapte dat hij ergens moest beginnen en wilde absoluut niet terug naar zijn ouders. Langzaam werd hij ouder en volwassener. Er kwam rust en hij kreeg werk. Hij bleek een fijne, trouwe medewerker, die goed zijn best deed. Dat resulteerde in een vaste aanstelling en een goed salaris. Boris snapte goed dat hij geluk had en dat geld hem in staat stelde verder te dromen. Hij kreeg hoop op een betere woonplek, een mooiere toekomst en er ontstond een plaatje in zijn hoofd.

De coaching verliep moeizaam. Het kostte veel tijd om een relatie op te bouwen tussen Boris en de coach. Boris zette de coach heel functioneel in voor dat waar hij op dat moment last van had. Door die zaken goed op te pakken, bewees de coach haar nut. Zowel Boris als de coach vonden eerlijkheid belangrijk en daardoor ontstond er voorzichtig vertrouwen. Toen de noodzaak voor een andere woning een hoogtepunt, of liever gezegd een dieptepunt, bereikte, was het fijn dat hij iemand had om met hem mee te denken. Boris had soms moeite om verder te denken als een bepaald gedachtepatroon. De coach hielp hem daarbij en liet hem de voordelen zien van de hulp van zijn familie en vrienden.

Een droom kwam uit toen de tante van Boris in overleg met hem een woning voor hem kocht. Ze hadden heldere afspraken gemaakt. Hij betaalde huur aan haar en kon er net zo lang blijven wonen als hij wilde. Er viel een last van zijn schouders. Eindelijk weg uit dat bedompte hok. Een nieuwe kans, een lichte, heldere woning met ruimte. Boris genoot toen hij de sleutel kreeg en kon gaan klussen. Bijzonder hoe hij voelde dat deze woning hem meer rust in zijn hoofd gaf.  Hoe veel beter hij nu in staat bleek om met tegenslagen om te gaan. Hij deed alles nog steeds op zijn eigen manier. Het vroeg geduld van zijn omgeving om hem niet hun manier op te leggen. Om hem niet te veroordelen, omdat het niet zo schoon was als bij hen thuis. Of dat hij niet zo gezond at als zij zouden doen. Zijn coach wachtte af, gaf subtiele aanwijzingen en sloot aan bij hem.  Hij schafte een kat aan en maakte er op zijn eigen manier zijn thuis van. Boris besefte dat hij zijn huis moest onderhouden en deed wat hij nodig vond. In kleine stapjes groeide zijn verantwoordelijkheidsgevoel en het lukte het hem de rust te vinden, waar hij zo naar had verlangd.

Zijn verhaal was nog niet af, en zou in de toekomst wellicht verwarrend zijn, onrustig of zelfs droevig worden. Ook zou hij successen boeken, blij zijn en mooie stappen zetten. Hij zou zijn eigen toekomst leven en zijn eigen pad blijven bewandelen!

Boris Anders
Getagd op:                     

2 gedachten over “Boris Anders

  • 10 november 2019 om 7:26 pm
    Permalink

    Mooi geschreven en mooi doel bereikt!

    Beantwoorden
  • 12 november 2019 om 8:00 am
    Permalink

    Mooi geschreven. Iedereen verdient een eigen plek!

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *