“Mijn moeder heeft weer een kind gekregen …”

Nisa liet haar stem langzaam wegsterven, terwijl ze onzeker naar me opkeek. Een mededeling haast, zoals ze het zei.

In die ene zin lag zoveel leed verborgen. Zoveel wat ze niet zei. Ze zei niet wat het met haar deed. Ze vertelde niet dat ze moest denken aan haar acht broertjes en zusjes, die ook niet bij haar moeder woonden. Ze huilde niet om de misplaatste verantwoordelijkheid die ze voelde. Om voor dit kind te zorgen, zoals ze ook voor haar broertjes en zusjes had gezorgd. Ze werd niet boos vanwege de oneerlijkheid in de wereld. Om het kind dat een leven te wachten stond dat zij al had geleefd.

Ze zei verder niets en keek me alleen maar gelaten aan. Soms kunnen woorden niet vertellen wat iemand van binnen voelt. Wat er allemaal door het hoofd schiet aan gedachten. Soms dekken woorden de lading niet. Ze zei slechts die ene zin, want meer was er niet te zeggen. En tegelijkertijd was er zoveel dat moest worden verteld.

Ze vertelde het mij, omdat het te groot was voor haar alleen. De enorme impact van die ene zin kon ze haast niet bevatten. Wilde ze niet bevatten..

Ik wilde haar troosten, haar honderd vragen stellen, samen een plan bedenken en samen de oneerlijkheid in de maatschappij bestrijden. Maar toch wist ik op dat moment niet wat ik moest zeggen of doen. Ik voelde dezelfde gelatenheid over me heen komen. Het was te groot, te veelomvattend.

Ik plofte naast haar op de bank en sloeg een arm om haar heen. In de stilte lieten we samen onze gedachten razen. In de stilte kon ik haar troosten.

Dit was niet haar last om te dragen en niet haar verantwoordelijkheid om te voelen. Zij was, ondanks haar moeder, uitgegroeid tot een prachtige dame en ze leefde nu haar eigen leven. Dat besef plaatste die ene zin in geheel ander perspectief. Een perspectief, waarin altijd hoop is en hoop doet leven.

Hoop doet leven

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *